Feiten over de misleidende naam Krabbeneter zeehond
Antarctische pelsrobben, zeeluipaarden, Weddellzeehonden, Rosszeehonden, Zuidelijke Zeeolifanten... De vele zeehondensoorten op Antarctica hebben allemaal namen die op de een of andere manier verklaard worden door hun uiterlijk of primaire verspreidingsgebied.
Met uitzondering van de Krabbeneteren, die helemaal geen krabben eten, zoals hun bijnaam suggereert.
De niet zo toepasselijke naam Krabbeneterrob(Lobodon carcinophagus) is een van de vele interessante vinpotigen op Antarctica. Hij heeft een lange snuit, een bleke vacht en een affiniteit met ijsschotsen. Hier zijn zes belangrijke feiten over dit integraal en gemakkelijk te onderscheiden lid van de exotische Antarctische mariene cast.
Foto door Troels Jacobsen
1. Krabbeneteren eten eigenlijk geen krabben
Ondanks hun duidelijk klinkende naam eten Krabbeneteren eigenlijk geen krabben. In feite leven er niet zoveel soorten krabben in Antarctica.
De naam "Krabbeneteren" was een vergissing van vroege walvisjagers en zeehondenjagers, die om wat voor reden dan ook in hun hoofd haalden dat deze zeehonden van een dieet van schaaldieren hielden. Ondanks de fout die al snel werd ingezien, bleef de naam hangen.
Krabbeneters eten voornamelijk krill. Koppotigen en Antarctische vissen maken ook een kleiner deel uit van het dieet van de Krabbeneter. Met hun zeer gespecialiseerde, gelobde tanden kunnen Krabbeneteren door zwermen krill zwemmen en de kleine schaaldiertjes als een zeef uit het zeewater filteren.
Met deze gespecialiseerde tanden kunnen Krabbeneters dagelijks grote hoeveelheden krill eten zonder veel energie te verbruiken.
Foto door Rinie van Meurs
2. Walvispopulaties en populaties Krabbeneteren zijn rechtstreeks met elkaar verbonden
Ooit werd gedacht dat de populatie Krabbeneteren wel 15 miljoen kon bedragen, maar momenteel is er geen betrouwbare consensus over hun aantal. Wat wel bekend is, is dat ze de meest voorkomende zeehond op Antarctica zijn.
In de jaren 1800 en in de 20e eeuw werden grote aantallen baleinwalvissen geslacht op Antarctica. Aangezien de enige voedselbron van baleinwalvissen krill is, bleef er weinig concurrentie over voor de belangrijkste voedselbron van Krabbeneteren (en andere Antarctische dieren). Dit leidde weer tot stijgende trends in hun populaties.
Het zal interessant zijn voor mariene wetenschappers om te zien hoe Krabbeneteren en andere Antarctische zeedieren blijven reageren nu de walvisjacht op Antarctica illegaal is.
3. Krabbeneters hebben een iets ander broedritueel dan andere zeehonden
Het broedseizoen van de Krabbeneteren vindt plaats tussen september en november. Hoewel wetenschappers het niet helemaal zeker weten, vermoedt men dat zowel de balts als de paring in het water plaatsvinden.
Terwijl andere zeehonden zich verzamelen om jongen te baren, pakken Krabbeneteren het anders aan: Zwangere vrouwtjes trekken zich alleen terug op ijsschotsen en bevallen van één enkel jong, dat ze drie weken lang verzorgen. Enige tijd later trekken de mannetjes van de Krabbeneterzeehonden samen met de vrouwtjes en de pups naar buiten en verdedigen ze hun nieuwe families met hand en tand.
Deze mannelijke Krabbeneteren zijn misschien niet eens biologisch verwant aan de zeehondenjongen en zijn meer geïnteresseerd in paren met de vrouwtjeszeehonden zodra ze weer klaar zijn om te paren.
Pups van Krabbeneters worden geboren met een gewicht van ongeveer 20 kg, maar aan het einde van hun zoogperiode van drie weken kunnen ze wel 110 kg wegen. De melk die ze van hun moeder krijgen bevat veel vet en eiwit, een goede combinatie om de Antarctische winter te overleven.
Foto door Jan Veen
4. Er zijn twee belangrijke Antarctische roofdieren van Krabbeneteren
Hoe talrijk de populatie van de Krabbeneteren ook is, ze vallen nog steeds regelmatig ten prooi aan twee van Antarctica's toppredatoren.
Het zeeluipaard, een van Antarctica's meest vraatzuchtige eters, is verantwoordelijk voor naar schatting 80% van alle sterfgevallen onder de jongen van de grote zeehond. Net als veel andere zeehondensoorten zijn jonge Krabbeneteren, die net hun ouders hebben verlaten voor open water, zelden veilig. Hun andere roofdieren zijn orka's, oftewel zwaardwalvissen, waarvan bekend is dat ze zowel jongen als volwassen dieren van de Krabbeneteren eten.
Om roofdieren af te schrikken, verzamelen Krabbeneteren zich op ijsschotsen en in open water in groepen tot 1000 individuen.
Foto door Ali Liddle
5. Krabbeneteren dwalen af en toe te ver naar het noorden af
Wanneer de winter begint, beginnen Krabbeneteren te migreren naar de noordelijke delen van Antarctica, waar het water meestal warmer is. Af en toe gaat hun interne kompas echter in de war.
Er zijn meldingen van Krabbeneteren die in Zuid-Amerika, Nieuw-Zeeland en zelfs Zuid-Afrika terecht zijn gekomen. Dit komt zelden voor, maar kan dodelijk zijn voor zeehonden die in eerste instantie bedoeld zijn om in vriestemperaturen te leven.
Foto door Marijke de Boer
6. Klimaatverandering heeft een negatieve invloed op de populaties Krabbeneteren
Een van de grootste bedreigingen voor Krabbeneters, en eigenlijk alle Antarctische zeehonden, is de klimaatverandering.
Afnemend zee-ijs op Antarctica heeft geleid tot een enorme afname van de krillpopulaties, wat betekent dat er misschien niet genoeg voedsel is om de miljoenen zeehonden te voeden die momenteel rond het Antarctische continent leven.
Maar omdat Krabbeneteren de meest voorkomende zeehondensoort op Antarctica is, worden ze nog steeds vaak (maar niet altijd) gezien tijdens onze Antarctica cruises. Kijk naar ze uit, want ze zullen zeker naar jou uitkijken.
Foto door Sara Jenner
Hoofdafbeelding door Troels Jacobsen