Het gebruik van amateurradio is strikt verboden aan boord van schepen van Oceanwide Expeditions vanwege mogelijke interferentie met kritieke nood- en communicatiesystemen. Onder specifieke omstandigheden mag amateurradio aan wal worden gebruikt met voorafgaande toestemming van de kapitein van het schip en de expeditieleider, namelijk:

• De radio wordt gebruikt op een niet-storende basis
• De radiogebruiker beschikt over de juiste vergunning van de relevante overheidsinstantie om de radio binnen het toepasselijke rechtsgebied te gebruiken. Veel regio's en landen die door Oceanwide Expeditions worden bezocht, hebben hier voorzieningen voor, en de informatie is toegankelijk op websites van de overheid. Deze vergunning moet worden getoond aan de kapitein en de expeditieleider, en worden opgestuurd naar het hoofdkantoor van Oceanwide Expeditions.
• De expeditieleider beslist over het gebruik van apparatuur aan wal, en dit mag geen nadelige gevolgen hebben voor het programma van het schip of andere gasten.
• Gebruikers moeten in het bezit zijn van een door hun eigen land afgegeven vergunning voor het gebruik van het type radio dat zij gebruiken.

Het hoofdkantoor van Oceanwide Expeditions moet ook vooraf op de hoogte worden gesteld van eventuele plannen om amateurradio te gebruiken. De zendontvanger mag alleen in de laagvermogensmodus werken en is beperkt tot maximaal 5 watt. De primaire bedrijfsmodus moet CW zijn, d.w.z. morsecode. Als er geen morse-uitzending is en tussen de signalen door, is er geen straling. De straling tijdens de transmissie moet lager zijn dan 10 W EIRP. Het geplande gebruik moet beperkt blijven tot de amateurradiobanden (7 MHz, 14 MHz, 21 MHz, afhankelijk van de propagatie).

Deze amateurradiobanden liggen ver verwijderd van de kortegolfmaritieme radiobanden, AIS-, Inmarsat- en Iridium-frequenties. Bij eventuele interferentie met scheeps- of kustoperaties moet de transmissie onmiddellijk worden stopgezet.